Het rendabel maken van vermogensbestanddelen door die ter beschikking te stellen aan een vennootschap waarin men een aanmerkelijk belang heeft is een vorm van een werkzaamheid. Het resultaat uit werkzaamheden is belast in box 1. Een vordering geldt voor deze regeling als een vermogensbestanddeel. Het resultaat van een werkzaamheid wordt op dezelfde wijze bepaald als het resultaat van een onderneming. Dat betekent dat de invloed van onzakelijk handelen moet worden geƫlimineerd. De rente over een vordering kan zo nodig tot een zakelijk niveau worden gecorrigeerd. Een zakelijke rente is een rente die in het economische verkeer tussen onafhankelijke partijen zou zijn overeengekomen.
Een procedure voor Hof Den Haag had betrekking op de rente die over een vordering van een inwoner van Nederland op een in Egypte gevestigde vennootschap moest worden berekend. Er waren geen afspraken gemaakt over rente en aflossing. Ook waren er geen zekerheden verschaft door de vennootschap. De inspecteur meende dat een rente van 4,41% per jaar zakelijk was. De belanghebbende bestreed dat niet. De inspecteur hanteerde een risico-opslag van 2% omdat over aflossing en zekerheid niets was overeengekomen. Het hof vond dat redelijk. Er was geen enkel inzicht in de solvabiliteit en de liquiditeit van de Egyptische vennootschap. Ook was niet bekend hoe groot de kans was dat de vennootschap niet aan haar verplichtingen aan buitenlandse crediteuren zou kunnen voldoen door nationale omstandigheden, zoals economische conjunctuur, economisch beleid, betalingsbalans, buitenlandse schuld, vreemde valutareserves en de politieke stabiliteit. Volgens het hof maken dergelijke omstandigheden een geldverstrekking risicovoller en zijn deze aanleiding voor het hanteren van een risico-opslag. Gelet op de omstandigheden in Egypte vond het hof een opslag van 2% zeker niet te hoog.