Particulieren die een opleiding of studie voor een (toekomstig) beroep volgen waarvoor geen recht bestaat op studiefinanciering, kunnen de kosten hiervan in de inkomstenbelasting in aftrek brengen als scholingsuitgaven. Niet alle studiekosten zijn aftrekbaar. Niet-aftrekbaar zijn bijvoorbeeld reis- en verblijfkosten en de kosten van computerapparatuur, zoals een tablet of een notebook. Bovendien geldt er een drempel van € 250 en kan er maximaal € 15.000 aan studiekosten en andere scholingsuitgaven in aftrek worden gebracht indien de studie wordt gevolgd buiten de standaardstudieperiode.
Afschaffing
Deze aftrek van scholingsuitgaven in de inkomstenbelasting blijkt niet effectief en doelmatig genoeg. Uit onderzoek is naar voren gekomen dat het gebruik van deze aftrekpost beperkt is en dat de mensen die hier gebruik van maken al relatief hoogopgeleid zijn, terwijl de regeling juist (ook) bedoeld is voor mensen met een laag opleidingsniveau. Bovendien is de aftrekpost complex en voor de Belastingdienst lastig uitvoerbaar. Allemaal redenen voor het kabinet om de aftrek van scholingsuitgaven af te schaffen per 1 januari 2018.
Nieuwe regeling
In de plaats van de fiscale aftrek van scholingsuitgaven, komt er een nieuwe regeling in de vorm van scholingsvouchers. Deze regeling is vooral gericht op het stimuleren van nog te volgen scholing door personen die uit zichzelf minder geneigd zijn scholing te volgen, maar waarvan het maatschappelijk belang van het volgen van scholing groot is. Verdere details van deze nieuwe regeling zijn nu nog niet bekend.