Tips 2017 voor werkgevers
22 december 2016
  1. Nieuw loonkostenvoordeel voor lage lonen

Vanaf 2017 krijgen werkgevers die werknemers in dienst hebben met een loon tussen 100% en 125% van het wettelijke minimumloon (WML), een nieuwe tegemoetkoming: het lageinkomensvoordeel (LIV). Voor de LIV gelden de volgende voorwaarden:

  • Het gemiddelde uurloon van de werknemer bedraagt minimaal 100% en maximaal 125% van het WML voor een 23-jarige of ouder.
  • Er is sprake van een substantiële baan (minimaal 1248 verloonde uren per kalenderjaar).
  • De werknemer heeft de AOW-gerechtigde leeftijd nog niet bereikt.

Het LIV is ook van toepassing op werknemers jonger dan 23. Zij moeten dan echter wel een gemiddeld uurloon hebben van minimaal 100% en maximaal 125% van het WML voor een 23-jarige of ouder .

Tip:

U hoeft geen apart verzoek te doen voor het LIV. Het LIV wordt automatisch vastgesteld aan de hand van de in uw loonaangifte aanwezige gegevens.

Het LIV wordt vormgegeven als een vast bedrag per verloond uur met een vast bedrag als jaarmaximum, volgens de volgende tabel.

Hoogte loon Gemiddelde uurloon 100% tot 110% van het WML Gemiddelde uurloon 110% tot 125% van het WML
Vast bedrag per verloond uur € 1,01 per uur € 0,51 per uur
Maximale hoogte LIV € 2.000 per jaar € 1.000 per jaar

Let op!

Het LIV geldt al vanaf 2017 maar wordt uiteindelijk pas na 1 augustus 2018 aan de werkgever uitgekeerd. Houd er dus rekening mee dat u het loonkostenvoordeel 2017 pas in de tweede helft van 2018 daadwerkelijk ontvangt.

  1. Benut uw mogelijkheden binnen de werkkostenregeling

Benut ook dit jaar uw mogelijkheden binnen de werkkostenregeling:

  • Beoordeel uw nog resterende vrije ruimte (1,2% van de totale fiscale loonsom). Het is niet mogelijk om de vrije ruimte die in 2016 over is, door te schuiven naar 2017. Maar als u vrije ruimte over heeft, kunt u wel uw werknemers dit jaar nog een aantal belastingvrije vergoedingen of verstrekkingen geven.
  • Houd hierbij rekening met het gebruikelijkheidscriterium. Dit is een lastig criterium dat inhoudt dat uw vergoedingen en verstrekkingen niet in de vrije ruimte kunnen worden ondergebracht als deze onderbrenging op zichzelf ongebruikelijk is en/of de omvang van de vergoeding/verstrekking ongebruikelijk is. Ongebruikelijk betekent in dit verband: een afwijking van 30% of meer.
  • Maak gebruik van de doelmatigheidsmarge van € 2.400 per persoon per jaar. Tot dit bedrag beschouwt de Belastingdienst de vergoedingen/verstrekkingen in ieder geval als gebruikelijk.
  • Maak gebruik van de collectieve vrije ruimte binnen de concernregeling. Houd hierbij rekening dat de concernregeling alleen geldt voor bv’s, nv’s en stichtingen en dat een belang van minimaal 95% vereist is.

Tip:

Vanwege onder meer signalen dat de werkkostenregeling voor het MKB lastig werkbaar is, heeft de Tweede Kamer de regering verzocht om de geplande evaluatie van de werkkostenregeling te vervroegen van 2018 naar 2017.

  1. Vier kerst dit jaar WKR-optimaal met uw personeel

Geef bij dreigende overschrijding van de vrije ruimte in plaats van een kerstpakket eens een nieuwjaarsgeschenk. Of vervang de kerstborrel buiten de deur door een nieuwjaarsborrel buiten de deur. En het bedrijfsfeestje is misschien begin 2017 net zo gezellig als eind 2016. Omdat deze verstrekkingen dan in 2017 plaatsvinden, komen ze ook ten laste van de vrije ruimte in 2017.

Let op!

Bedenk wel dat schuiven alleen zin heeft als u ook in 2017 niet met dezelfde dreigende overschrijding van de vrije ruimte te maken krijgt.

Denk ook eens na over het anders inrichten van bepaalde vergoedingen of verstrekkingen. De kerstborrel buiten de deur is met wat aankleding misschien wel net zo gezellig in uw bedrijfspand. Dit is aantrekkelijk omdat de kerstborrel buiten de deur bij aanwijzing ten laste van de vrije ruimte komt, terwijl de borrel binnenshuis op nihil is gewaardeerd.

Let op!

Gaat de borrel binnenshuis gepaard met een maaltijd, dan komt voor de maaltijd wel het forfaitaire bedrag van € 3,25 per werknemer ten laste van de vrije ruimte. Dit is echter altijd beduidend minder dan de werkelijke waarde van een maaltijd buiten de deur die anders ten laste van uw vrije ruimte was gekomen.

  1. Inhoudingsverbod minimumloon vanaf 2017

Vanaf 1 januari 2017 mag u geen bedragen meer inhouden op het loon van uw werknemer als u hierdoor minder dan het minimumloon uitbetaalt. Ditzelfde geldt voor het verrekenen van vorderingen met het loon. Er geldt een uitzondering voor verplichte inhoudingen zoals loonheffing en pensioenpremies. Onder voorwaarden is daarnaast een uitzondering mogelijk voor huisvestingskosten en kosten voor een zorgverzekering.

Tip:

Beoordeel of u door het inhoudingsverbod mogelijk bepaalde bedragen, zoals studiekosten en boetes, niet meer kan inhouden en onderneem hiervoor tijdig actie.

  1. Zorg tijdig voor een nieuwe garantieverklaring WGA

Bent u eigenrisicodrager voor de WGA, dan geldt dit in 2016 alleen voor werknemer met een vast dienstverband. Vanaf 2017 komen daar flexwerkers bij. Wilt u ook in 2017 eigenrisicodrager blijven, dan moet u een nieuwe garantieverklaring aanvragen die betrekking heeft op zowel werknemers met een vast dienstverband als op flexwerkers.

Tip:

Zorg dat de garantieverklaring uiterlijk 31 december 2016 door de Belastingdienst ontvangen is. Alleen dan kunt u eigenrisicodrager blijven in 2017.

  1. Belastingkorting op aandelenopties voor innovatieve startups

Startups hebben vaak onvoldoende liquiditeit om hun werknemers meer salaris te betalen. Door het toekennen van aandelenoptierechten kunnen zij hun werknemers hiervoor compenseren. Vanaf 2018 wordt dit voor innovatieve startups aantrekkelijker omdat onder bepaalde voorwaarden dan nog maar 75% van hetgeen wordt genoten bij de uitoefening of vervreemding van het aandelenoptierecht wordt belast. De genoten vrijstelling bedraagt maximaal 25% van € 50.000 (= € 12.500).

Let op!

Deze tegemoetkoming geldt alleen voor innovatieve startups die op het moment van toekenning van het aandelenoptierecht over een S&O-verklaring voor starters beschikten.

 

  1. Tips voor de automobilist
  1. Houd rekening met de nieuwe bijtelling vanaf 2017

Per 1 januari 2017 wordt de standaardbijtelling voor de auto van de zaak verlaagd van 25% naar 22% van de cataloguswaarde (inclusief btw en BPM). Alleen voor auto’s die geen CO2 uitstoten, geldt vanaf volgend jaar nog een lagere bijtelling van 4% van de cataloguswaarde (inclusief btw en BPM).

De percentages gelden alleen voor nieuwe auto’s. Dat wil zeggen: auto’s met een datum eerste toelating op de weg vanaf 1 januari 2017. Voor auto’s met een eerste toelating op de weg van voor die tijd, gelden andere percentages.

Let op!

Valt uw auto op dit moment in de bijtelling van 25%? Dan blijft dit ook in 2017 zo. Ook na 60 maanden valt deze auto niet terug naar een bijtelling van 22%!

 

  1. Koop (zeer) zuinige auto nog in 2016

Wilt u in een milieuvriendelijke nieuwe auto van de zaak gaan rijden? Schaf deze auto dan dit jaar nog aan. Voor auto’s met een eerste toelating op de weg in 2016 met een CO2-uitstoot groter dan 0 maar niet groter dan 50 gr/km, geldt gedurende 60 maanden een bijtelling van 15%. Heeft dezelfde auto een eerste toelating op de weg in 2017, dan bedraagt de bijtelling 22%.

Tip:

Wilt u een dergelijke zeer zuinige auto aanschaffen, dan bedraagt de bijtelling 7% minder als deze auto nog in 2016 voor het eerst op de weg wordt toegelaten. Overweeg daarom om een zeer zuinige auto nog dit jaar aan te schaffen.

Voor zuinige auto’s (CO2-uitstoot groter dan 50 gr/km maar niet groter dan 106 gr/km) is het verschil tussen eerste toelating op de weg 2016 (21% bijtelling) en 2017 (22% bijtelling) minder groot en slechts 1%.

Let op!

De bijtelling voor de zeer zuinige en zuinige auto met eerste toelating op de weg in 2016 geldt gedurende 60 maanden. Houd er rekening mee dat na deze 60 maanden deze auto’s allebei terugvallen naar een bijtelling van 25%!

  1. Koop minder zuinige auto pas in 2017

Voor een auto van de zaak met eerste toelating op de weg in 2016 met een CO2-uitstoot groter dan 106 gr/km, geldt momenteel een bijtelling van 25%. Heeft dezelfde auto een eerste toelating op de weg in 2017 (of later), dan bedraagt de bijtelling 22%. Wilt u een dergelijke minder zuinige auto aanschaffen, dan scheelt het jaarlijks 3% bijtelling als de auto een eerste toelating op de weg heeft in 2017.

Tip:

Overweeg om een minder zuinige auto pas volgend jaar aan te schaffen.

  1. Houd rekening met verval lage bijtelling na 60 maanden

Een lagere bijtelling dan 25% geldt gedurende een termijn van maximaal 60 maanden. Heeft u een auto van de zaak met een lagere bijtelling die op kenteken is gezet in 2012, houd er dan rekening mee dat in deze lagere bijtelling in 2017 verloopt. Vanaf dat moment geldt voor die auto een bijtelling van 25% (en dus geen 22%)!

Tip:

Het verval van de lage bijtelling na 60 maanden geldt voor alle auto’s. Dus ook de auto die nu nog een 0% bijtelling kent zal na 60 maanden terugvallen naar een bijtelling van 25%!

  1. Vergeet geen milieu-investeringsaftrek aan te vragen voor uw milieuvriendelijke auto

Schaft u nog in 2016 een milieuvriendelijke auto aan, dan komt u mogelijk in aanmerking voor de milieu-investeringsaftrek (MIA). De MIA geldt voor een waterstofpersonenauto met een CO2-uitstoot van 0 gr/km, voor de elektrische auto’s met een CO2-uitstoot van 0 gr/km en voor de plugin-hybride met een CO2-uitstoot van maximaal 30 gr/km (niet zijnde een dieselauto). Er gelden verschillende aftrekpercentages en er zijn maxima gesteld aan de in aanmerking te nemen investeringsbedragen.

Soort auto MIA % Maximaal in aanmerking te nemen investeringsbedrag
Waterstofpersonenauto

(CO2-uitstoot = 0)

36% € 50.000
Elektrische auto

(CO2-uitstoot = 0)

36% € 50.000
Plug-in hybride

(CO2-uitstoot maximaal 30)

27% € 35.000

Let op!

Om in aanmerking te komen voor de MIA, moet u uw investering binnen drie maanden nadat u de investeringsverplichting bent aangegaan melden bij RVO.nl. Bent u te laat, dan komt u niet meer in aanmerking voor de aftrek!

Het is nog niet bekend of de MIA ook in 2017 geldt voor de milieuvriendelijke auto, omdat pas eind 2016 de nieuwe milieulijsten voor de MIA 2017 bekend worden gemaakt.

Tip:

Wordt uw auto pas in 2017 geleverd maar bent u in 2016 de investeringsverplichting al aangegaan, meld uw investering dan binnen drie maanden na aangaan van de investeringsverplichting bij RVO.nl. Uw auto maakt dan nog gebruik van de MIA 2016. Meldt u zich te laat, dan komt u niet meer in aanmerking voor de MIA, ook niet voor de MIA 2017!

Ook voor de oplaadpaal van de elektrische auto op eigen terrein en voor eigen gebruik geldt in 2016 nog de MIA. Het aftrekpercentage voor de oplaadpaal bedraagt 36%. Daarnaast mag op deze laadpaal voor 75% willekeurig afgeschreven worden (VAMIL). Laadpalen waarvan de investeringskosten minder dan € 2.500 bedragen, komen niet in aanmerking voor de MIA/VAMIL, tenzij deze samen met de elektrische auto worden aangemeld.

  1. Minder motorrijtuigenbelasting in 2017

De tarieven in de motorrijtuigenbelasting voor personenauto’s gaan per 1 januari 2017 met 2,7% omlaag. Voor plug-in hybride auto’s (CO2-uitstoot van 1-50 gr/km) blijft de MRB (net als nu) de helft van het reguliere tarief en nul-emissieauto’s blijven volledig vrijgesteld van MRB.

Tips 2017 voor werkgevers

Wat wordt uw volgende zet?

Ontdek hoe wij u kunnen adviseren en maak vrijblijvend een afspraak met Oliemans Accountants en Belastingadviseurs. Wij nemen zo snel mogelijk contact met u op.

2 + 12 =