Gaat u minder huur betalen voor uw bedrijfspand? Dan kan wellicht ook de WOZ-waarde van het pand en dus uw WOZ-beschikking naar beneden worden bijgesteld. De bewijslast om de WOZ-waarde aannemelijk te maken, ligt bij de gemeente.
Ieder jaar valt de nieuwe WOZ-beschikking voor uw bedrijfspand in de bus. Om de waarde van uw bedrijfspand te bepalen, wordt deze nogal eens afgeleid van de huur. Over deze methode, de zogenaamde huurwaardekapitalisatiemethode, heeft de rechter onlangs een interessante uitspraak gedaan.
De WOZ-waarde van woningen wordt veelal bepaald aan de hand van recente verkoopprijzen. Woningen worden regelmatig verkocht, dus meestal zijn er wel genoeg verkoopcijfers voorhanden. Voor bedrijfspanden is dat vaak niet het geval. Eén van de methodes die dan gebruikt wordt, is het afleiden van de WOZ-waarde van de huur die het pand opbrengt of zou kunnen opbrengen. Vooral winkels en kantoren worden getaxeerd op basis van deze methode.
Als een ondernemer door sterk te onderhandelen een lage huur heeft bedongen, dient dit zich dan ook te vertalen in een lagere WOZ-waarde. Dit is onlangs beslist door het gerechtshof in Den Haag. In deze zaak had een ondernemer een huur bedongen die een stuk lager lag dan die van zijn collega’s met vergelijkbare panden in de nabijheid. De inspecteur stelde dat de huur niet ‘marktconform’ was en paste daarop de WOZ-waarde aan. Deze viel daardoor zo’n €50.000 hoger uit. De rechter haalde hier echter een streep doorheen.
Tip: Volgens het gerechtshof moet de gemeente de gestelde waarde aannemelijk maken. Als de huur afwijkt van een marktconforme huur, moet de gemeente dit dus ook aannemelijk maken. Alleen de stelling dat vergelijkbare huren hoger liggen, is onvoldoende. Een niet-marktconforme huur is wel mogelijk als u bijvoorbeeld huurt van een familielid of zakenrelatie. Maar ook dan ligt de bewijslast bij de gemeente.